10 aandachtspunten voor een veilige school(omgeving)
Zitten deze 10 punten in uw veiligheidsproject voor scholen?
1: Communicatie en sociale vaardigheden
Communicatie blijkt in elke relatie, zij het nu ouder-kind, leraar-leerling, ouder-leraar of school-buurt, van onschatbare waarde. Inherent aan goede communicatie is het vermogen om misverstanden te voorkomen door op voorhand duidelijk en efficiënt te communiceren. Daardoor krijgen anderen inzicht in de beweegredenen waarom iemand iets doet en dit laat toe om vragen te stellen en tot een gemeenschappelijke visie te komen. Meer dan eens kwam aan bod dat een probleemsituatie net ontstond doordat iemand verkeerd begrepen werd door bv. een andere taal, andere gewoonten, … In het communicatieproces moet iedereen zijn verantwoordelijkheid opnemen. Van kleins af aan werken rond communicatievaardigheden is zeker aan te raden.
Daarnaast is het van belang dat tijdens de opleiding tot leerkracht voldoende aandacht besteed wordt aan communicatie, het omgaan met groepen en de wijze waarop men sociale vaardigheden kan bijbrengen aan leerlingen. Sociale vaardigheden vormen immers een belangrijk aspect in het dagelijks leven op school.
Ook voor scholen kan communiceren over genomen initiatieven op school een meerwaarde vormen. Door de ouders te informeren over hun activiteiten kunnen ze er bijvoorbeeld naar streven om bepaald (ongewenst) gedrag op een consequente manier te benaderen.
Het aspect communicatie kwam meer dan eens voor tijdens de projectbezoeken. Zo leerden leerlingen tijdens het bezoek aan de school in Evere spelenderwijs het belang van verbale en non-verbale communicatie. Ook andere steden en gemeenten hebben aandacht voor de sociale vaardigheden van jongeren, bv. in Antwerpen en Lokeren.
2: Betrokkenheid ouders
Meer dan eens kwam tijdens de projectbezoeken naar voor dat de betrokkenheid van de ouders allesbehalve evident is. Dit komt onder meer omdat heel wat ouders met zijn tweeën uit werken gaan waardoor hun tijd veel beperkter wordt. Daarnaast spreken sommige ouders thuis een andere taal dan deze die op school gesproken wordt. Soms worden ouders ook geconfronteerd met andere problemen waar ze zich grote zorgen om maken zoals financiële tegenslagen, familiale problemen, … waardoor de school wat op de achtergrond raakt. Het is daarom van belang dat men als school duidelijk communiceert over de verwachtingen naar leerlingen en ouders toe, maar ook over wat men van de school kan verwachten. Geregeld keerde de opmerking terug dat ouders meer hulp vragen naar opvoeding van de jongere toe en dat opvoedingsondersteuning bijgevolg belangrijker wordt.
3: Betrokkenheid buurt
In het kader van een goede verstandhouding met de buurt rondom de school kan het een meerwaarde zijn om af en toe acties te organiseren waarbij de buurt betrokken wordt zoals bv. het opruimen van zwerfvuil, het verfraaien van de buurt, … Daarnaast kan het interessant zijn om buurtbewoners te informeren wanneer er bepaalde acties in de school georganiseerd worden die hinder voor de buurt zouden kunnen veroorzaken. Een aanspreekpunt voor de buurt in de school in geval van problemen behoort eveneens tot de mogelijkheden. Deze persoon kan tevens de contactpersoon zijn voor andere scholen in de buurt op vlak van veiligheid.
Ook het omgaan met de pers in het kader van een incident in of gelieerd aan een school vormt een aandachtspunt waar men best al even op voorhand over nadenkt als school.
4: Partnerschap met politiediensten
In hun streven naar een veilige school en een veilige schoolomgeving staan scholen er niet alleen voor. Zij kunnen een beroep doen op andere personen en organisaties. Dat de politiediensten hierin een belangrijke rol kunnen spelen, hoeft niet gezegd te worden. Naar aanleiding van de ministeriële omzendbrief PLP 41 tot versterking en/of bijsturing van het lokaal veiligheidsbeleid en de specifieke aanpak van de jeugdcriminaliteit, met in het bijzonder een aanspreekpunt voor de scholen, hebben heel wat politiediensten partnerschappen afgesloten met de scholen binnen hun zone. Zo kunnen de schoolgemeenschappen met al hun vragen terecht bij een vast aanspreekpunt bij de politie. Politiediensten kunnen bijvoorbeeld samen met de scholen werken rond afpersing (steaming) bij scholieren, wapen- en drugsbezit, spijbelen, de burgerlijke verantwoordelijkheid van ouders voor hun kinderen, verkeerslessen, … Ook het aanbieden van het MEGA-project aan scholen en het peterschap van scholen behoort tot de mogelijkheden. De Vlaamse Overheid publiceerde op 20 december 2013 de omzendbrief NO/2013/03 over de verhouding van een vast aanspreekpunt bij de lokale politie tot de school en de verhouding tussen de school/het CLB en de Dienst voor de Veiligheid van de Staat. Deze tekst schetst de krijtlijnen waarbinnen de flankerende maatregelen ter bevordering van een veilige schoolomgeving worden uitgewerkt. De omzendbrief bevat eveneens een bijlage met de evaluatie van de omzendbrief PLP41 door de Vlaamse Overheid.
5: Samenwerking
Naast buurtbewoners en de politie die hierboven reeds uitgebreider aan bod kwamen, zijn er ook andere boeiende partners om mee samen te werken. Zo kunnen er afspraken gemaakt worden met gemeenschapswachten, jeugdwerkers en jeugddienst, preventiedienst, andere scholen, … Ook een werkgroep om ervaringen uit te wisselen, behoort tot de mogelijkheden.
6: Houding van ouders en leerlingen ten opzichte van het onderwijspersoneel
Vaak stelt men vast dat mensen anderen niet zo maar op hun woord geloven. Men staat kritischer tegenover datgene wat men over iemand zegt. In tegenstelling tot enkele decennia terug wordt het gezag van de leraar niet meer als absoluut ervaren. Voor het onderwijspersoneel wordt het steeds belangrijker om hun acties goed te onderbouwen en te motiveren ten overstaan van directie, ouders en leerlingen. In dit kader is het interessant om nieuwe leerkrachten voldoende te wijzen op het belang van een goed gefundeerde visie en antwoord. Daarnaast kan men erop wijzen dat men steeds het meest adequate tracht te doen in het belang van de leerling.
7: Sociale media
De opkomst van nieuwe technologieën en sociale media heeft ervoor gezorgd dat de interacties tussen leerlingen onderling en tussen de school en de leerlingen en hun ouders niet beperkt blijven tot de school zelf. Steeds meer kan men ook buiten de schooluren via het internet contact zoeken met de school, de familie, klasgenootjes, … Dit vergt een andere manier van communiceren en omgaan met elkaar. Ook bij deze nieuwe communicatievormen is het van belang dat men hier op een gepaste manier mee kan omgaan. Waar pesterijen zich vroeger bv. beperkten tot de speelplaats op school kan het nu gebeuren dat deze gewoon doorgaan na schooltijd via het internet. Eén van de deelnemers tijdens een projectbezoek bestempelde Facebook dan ook als de nieuwe schoolbank. En als ouder en leraar is het moeilijk om daar steeds een goed overzicht op te houden en in te grijpen waar nodig.
8: Vertrouwensfiguur
Voor leerlingen kan het hebben van een vertrouwensfiguur op school een meerwaarde vormen voor hun welzijn. De vertrouwensfiguur is een persoon waarbij men terecht kan met problemen en die begrip kan opbrengen voor de situatie en ingrijpen waar nodig. Het is echter ook een persoon die duidelijke grenzen stelt ten opzichte van wat kan en niet kan in een school.
9: Schoolreglement
Heel wat scholen hebben een schoolreglement opgesteld waarin onder meer regels over afwezigheden en tucht werden opgenomen. Het reglement regelt de relaties tussen de school en de ouders en de leerlingen. Zo legde de Vlaamse Overheid in het Decreet basisonderwijs van 25/02/1997 o.a. vast welke elementen minimaal in het schoolreglement moeten opgenomen worden. Daarnaast kunnen scholen ook afspraken maken over bv. gebruik van GSM, voorschriften voor kledij, pesten, privacy, …
10: Vrijetijdsbesteding
We merken op dat enkele projecten zich richten op de vrijetijdsbesteding van jongeren. Door te voorzien in een nuttige invulling van hun vrije tijd kan men voorkomen dat jongeren zich bezighouden met dingen die ze niet mogen. Ook tijdens de schooluren kan men voorzien in leuke activiteiten voor de scholieren bv. tijdens de middagpauze of een vrijgekomen lesuur.
Artikel gegevens
Auteur: | MDevisch |
Taal waarin het artikel verscheen: |
|
Publicatiedatum: | woe, 18/12/2013 |
Info over de auteursrechten: | Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken |
Thema's: |
|